De Utrechtse visdeurbel is weer live: vis gezien? Bel dan even aan

Ben jij gek op vissen? Of vind je het leuk om ze te spotten? Dan kun je de gemeente Utrecht een handje helpen. Om vissen niet voor een dichte sluis te laten staan kun je ‘even aanbellen’ op de visdeurbel. Via een livestream zie je onder water de plek waar vissen niet meer verder kunnen zwemmen. Zodra je een vis ziet druk je op de virtuele deurbel. Dan krijgt de sluiswachter een seintje en kan hij of zij bepalen om de sluisdeuren te openen.

De visdeurbel, wat is het?

Doordat de deuren opengaan kunnen vissen hun reis vervolgen. Dit is belangrijk voor de jaarlijkse vismigratie. Vorig jaar was de visdeurbel ook online te bezoeken. Sinds 6 maart 2023 is hij weer geopend. Het is een leuk virtueel uitje én je helpt de vissen ermee.

Waarvoor is het handig?

In het voorjaar zwemmen vissen vanuit de Vecht naar de Kromme Rijn. Onderweg moeten ze door de Oudegracht en singels. Zo kan het voorkomen dat ze in de Weerdsluis terechtkomen. Op zich is dat geen probleem, maar dan moet er wel iemand ‘even de deur opendoen’. Naast dat de dieren niet voor een dichte deur komen te staan, komen de gemeente Utrecht en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) via de deurbel meer te weten over de vissoorten in de stad.

Waarom is het belangrijk dat de vissen door de sluis gaan?

Om zich voort te planten zoeken vissen een geschikte plek om hun eitjes neer te leggen. De grachten van Utrecht spelen daar een belangrijke rol in. Vanaf half april komt de vistrek echt op gang. Belangrijk is dat de vissen dan hun route kunnen vervolgen.

Verschillende soorten vissen

In de grachten van Utrecht zwemmen verschillende vissen. Op de website van de visdeurbel kun je de deurbel bedienen en zien welke soorten je er tegen kunt komen. Zo kun je ze herkennen op de livestream. Ook bijzondere soorten als de paling en snoekbaars zwemmen bijvoorbeeld via de domstad.

Ben je meer van de flora en niet van de fauna? In Utrecht kun je ook een botanische tuin bezoeken.

Bronnen: visdeurbbel.nl, blijevis.nl. Foto: Shutterstock.