In de rubriek De treinreiziger komt eens per maand een MAX-collega aan het woord over zijn of haar belevenissen in de trein. Wat maken ze mee onderweg? Deze keer onze collega die met de trein in Sri Lanka een mooie rit heeft gemaakt langs de theevelden. Van Nanu Oya naar Bandarawela. Helaas met een fikse vertraging, waardoor het laatste gedeelte van deze wondermooie rit in duisternis plaatsvindt…
Van tropische vegetatie naar theeplanten
Als onderdeel van een rondreis over de ‘parel van de Indische Oceaan’, Sri Lanka, maken wij een treinrit. Die ochtend vertrekken we in alle vroegte vanuit Kandy, waarna we met de bus steeds hoger de bergen in gaan. Daarbij zien we het landschap spectaculair veranderen. De tropische vegetatie maakt plaats voor uitgestrekte velden met theeplanten. Het koele en vochtige klimaat is uitermate geschikt voor de theeteelt en het is dan ook een belangrijk exportproduct voor Sri Lanka.
Bezoek aan een theefabriek
Voordat we de trein pakken, hebben we nog een heel schema om af te gaan. Als eerste staat een bezoek aan de theefabriek van Glenloch op het programma. We krijgen hier alles te horen én te zien over het proces van blaadjes plukken, tot het droogproces en het uiteindelijke eindproduct. Het hele proces neemt slechts 24 uur in beslag. De thee van minder goede kwaliteit is bestemd voor de lokale markt van Sri Lanka. De beste thee wordt naar hoofdstad Colombo getransporteerd. Daar wordt het op een veiling aan het buitenland verkocht. Lipton is één van de grootste afnemers, horen we. Aan het eind slaan we een aantal doosjes geurige thee in voor thuis.
Lunch with a view
De volgende stop is in Ramboda, waar we vandaag een lunch with a view hebben. En dat uitzicht is in dit geval een tweetal watervallen, waarvan de hoogste ruim 100 meter hoog is. Er leidt vanaf het restaurant een pad naar toe, dus we halen ook ons gewenste aantal stappen voor vandaag. Het is een flinke wandeling, maar dan heb je ook wat.
Klein Engeland in Sri Lanka
We stijgen nog wat verder en komen dan aan in de plaats Nuwara Eliya. Ondanks de Sri Lankaanse naam, doet alles hier Brits aan. De temperatuur is gedaald tot een graad of 20 (dit vinden de locals zó koud, dat ze winterjassen dragen), de huizen doen Engels aan en de tuinen zeker. Die staan vol met rozen en hortensia’s. De plaats is dan ook sterk beïnvloed door Britse kolonisten en staat bekend als ‘Little England’. De Britten voelden zich in dit koele klimaat veel meer thuis dan in het tropische klimaat van de lager gelegen gebieden. Wij krijgen een plaspauze bij het karakteristieke Grand Hotel en vervolgen dan weer onze reis naar het station van Nanu Oya.
Hoe Nederlands: vertraging
Als we daar om half 4 aankomen, zien we dat er net een trein arriveert en na een korte stop weer verder rijdt. Onze gids heeft kaartjes voor de erop volgende rit, van 15.45 uur, maar dat blijkt achteraf een spijtige misser te zijn geweest. In plaats van een kwartiertje wachttijd, loopt die wachttijd namelijk behoorlijk op. Onze gids laat weten dat de trein met een vertraging van een uur zal aankomen.
Dus vermaken wij ons maar met het bekijken van het stationnetje. Het valt ons op dat er verschillende wachtruimtes zijn voor mannen en vrouwen, maar ook voor toeristen. Die voor de lokale mannen en vrouwen zijn sober ingericht. Die voor de toeristen zijn een stuk luxer en hebben eigen toiletten. We voelen ons er wat bezwaard bij.
Uitzicht vanaf de spoorbrug
Veel meer is er niet te beleven en dus nemen we een voorbeeld aan de Sri Lakanen, die via het spoor de spoorbrug op lopen. Iets wat ondenkbaar is in onze Westerse wereld, maar hier de normaalste zaak. Het levert ons mooie uitzichten op.
Na een half uurtje zijn we weer terug op het perron en daar blijkt de trein nog een kwartier later te komen. Even na 5 uur rijdt hij dan eindelijk het station binnen en kan onze treinrit beginnen.
We hadden ons voorbereid op overvolle wagons, maar niets is minder waar. Er is flink wat ruimte en wij komen in een rustige coupé, met heerlijke, gemakkelijke stoelen terecht. Met een gemiddelde snelheid van 40 kilometer per uur glijden de theevelden en prachtige dalen even later aan ons voorbij. Afgewisseld met imposante boomvarens, waar wij toevallig enorm fan van zijn.
Ritje in het pikkedonker
Helaas hebben we door onze vertraging alleen de eerste 5 kwartier nog daglicht en daarna wordt het onherroepelijk donker. Het laatste gedeelte van onze rit naar Bandarawela zien we daarom niet meer dan af en toe een lichtje in de verte.
Na het uitstappen op het station van Bandarawela wacht ons een laatste kort ritje naar het hotel, gevestigd in een voormalige Engelse theeplantersclub. Vol met comfortabele en historische meubelen. Met knorrende magen gaan we zo snel mogelijk naar het restaurant, waarna we de dag van ons afspoelen met een verfrissende douche. Hoe het er in de omgeving van het hotel uitziet, is nog even een verrassing tot morgen, wanneer het weer licht is. Waarna we onze rondreis vervolgen. Met als eerste stop het machtige Yala National Park. Meer over onze belevenissen in Sri Lanka lezen? Bekijk dan ook deze Maxime op reis.
Foto’s: redactie.
Reacties
Wil jij iets delen over dit bericht? Maak gemakkelijk jouw account aan of login om te reageren.